Photo 1550336952 Ee8335be2399

Arbo - Pas op voor recidive!

23 juni 2020

Bedrijven die vaker dezelfde overtredingen van Arbowetgeving begaan, krijgen een hogere boete opgelegd van Inspectie SZW. Maar soms liggen er nog meer problemen in het verschiet.

Recidive leidt tot hoge(re) boetes

Wanneer een bepaling uit de Arbowet of het Arbobesluit vaker wordt overtreden, is sprake van recidive. Dit volgt uit artikel 34 van de Arbowet. Het tijdvak voor mogelijke recidive is begrensd tot 5 jaar. Voor ‘ernstige overtredingen’, zoals schending van bepaalde regels voor het werken met asbest of andere gevaarlijke stoffen, geldt de aanmerkelijk langere recidivetermijn van 10 jaar. De datum waarop de eerdere overtreding is geconstateerd, geldt steeds als vertrekpunt. Als bijkomende randvoorwaarde geldt dat de bestuurlijke boete voor de eerdere overtreding(en) onherroepelijk is.

Indien wordt vastgesteld dat sprake is van recidive, wordt de bestuurlijke boete verdubbeld. Bij een derde overtreding of als sprake is van een ernstige overtreding, wordt de boete verdriedubbeld.

Dat de Arbowet verplicht tot verhoging van de boete in geval van recidive, laat onverlet dat een boete evenredig moet zijn. Dat volgt uit artikel 5:46 lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht. Op grond van dat artikel dient de boete te worden afgestemd op de ernst van de overtreding en de mate waarin zij u als werkgever kan worden verweten. Het Ministerie van SZW kan dus verplicht zijn om een boete in een individueel geval te matigen, ook als sprake is van recidive. Dit volgt ook uit een uitspraak van de Raad van State (de hoogste Nederlandse bestuursrechter) van 9 maart 2016. Als het ministerie de boete niet wilt matigen, dan kan matiging worden afgedwongen in een procedure bij de bestuursrechter.

 

Ondernemingen met meerdere vestigingen

Wat nu als binnen de recidivetermijn eenzelfde of soortgelijke overtreding van Arbowetgeving wordt geconstateerd. Telt die eerdere overtreding bij een andere vestiging dan ook mee en wordt de boete om die reden verdubbeld?

Wanneer de toezichthouder van Inspectie SZW in een van de vestigingen een overtreding constateert, wordt de boete opgelegd aan de ‘hoofdvestiging’. Vervolgens onderzoek het Ministerie van SZW in het kader van de boeteoplegging  of er binnen de organisatie van de onderneming in het verleden soortgelijke overtredingen zijn begaan. Voor de vraag of een eerdere overtreding op een andere vestiging moet meetellen, is van belang of sprake is van een ‘zelfstandig opererende nevenvestiging’.

De Beleidsregel boeteoplegging arbeidsomstandighedenwetgeving bepaalt dat sprake is van een zogeheten ‘zelfstandig opererende nevenvestiging’, als deze vestiging wordt aangemerkt als een afzonderlijke onderneming. Zelfstandig opererend zijn in elk geval die vestigingen die autonoom bevoegd zijn ten aanzien van de aansturing van het eigen personeel en/of de uitvoering van het personeelsbeleid. Wanneer in de vestigingen van de onderneming verschillende diensten worden aangeboden, met al dan niet een eigen karakteristiek veiligheidsbeleid, is dit een indicatie dat sprake is van afzonderlijke  zelfstandig opererende vestigingen. Dit volgt uit een uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant van 22 juni 2018. Is de eerdere overtreding begaan op een zelfstandig opererende nevenvestiging, dan mag die overtreding niet leiden tot verhoging van de Arboboete.

Dit geldt echter niet voor de ernstige overtredingen. In dat geval worden ook overtredingen van de zelfstandig opererende nevenvestiging meegenomen bij de vaststelling van recidive.

 

Grote bouwprojecten

Voor bedrijven die gedurende zes of meer aaneengesloten maanden op één bouwlocatie werkzaamheden uitvoeren, geldt dat de bouwlocatie wordt aangemerkt als een zelfstandig opererende nevenvestiging. Dat is een belangrijke uitzondering voor bouw- en aannemingsbedrijven die hierdoor minder snel te maken krijgen met recidive.

 

Bijkomend risico: de preventieve stillegging

Wanneer een bedrijf vaker een overtreding begaat, heeft Inspectie SZW op grond van artikel 28a van de Arbowet de bevoegdheid om - na een officiële waarschuwing -  een preventieve stillegging te gelasten. Een preventieve stillegging leidt ertoe dat  bedrijfsactiviteiten van een bedrijf of concern, moeten worden gestaakt. De duur van een preventieve stillegging varieert van 1 tot 3 maanden. Wilt u meer informatie over de procedure, risico’s en mogelijke aanpak bij dit type bestuurlijke sanctie? Raadpleeg dan ons online kennisplatform www.preventievestillegging.nl.

 

Advies

Het is vaak lastig te bepalen of sprake is van recidive waardoor een Arboboete wordt verdubbeld. Heeft u een Arboboete ontvangen? Laat die boete dan altijd narekenen door een juridisch specialist.

Onze specialisten hebben ruime ervaring met het procederen tegen bestuurlijke sancties opgelegd door het Ministerie van SZW. Wordt uw organisatie geconfronteerd met een Arboboete of een preventieve stillegging? Neem dan vrijblijvend contact met ons op.